Vaak gaat het dan om meerkatshuishoudens waar stress heerst en dan is de vraag of en hoe die stress verminderd kan worden, zodat alle katten het huis kunnen delen. De aanleiding tot deze vraag is meestal het feit dat er onzindelijkheid heerst, dat er gesproeid wordt of dat er angst of agressie vertoond wordt.

Soms gaat het echter om één kat over wie de eigenaar ineens twijfelt of hij het wel fijn heeft bij hem.

Zo kwam ik laatst bij een jonge kat die sinds ruim een half jaar bij de eigenaars in een ruim appartement woonde. Zij hadden hem afgelopen winter sterk vermagerd op straat gevonden en omdat zich geen eigenaar meldde, besloten hem te houden.
Tijdens hun vakantie was de kat in een kattenhotel geweest waar hij met meerdere katten een ruimte deelde en waar hij ook een ruime kattenren in kon. Hij had het daar goed naar zijn zin gehad, maar eenmaal thuis was hij wat lusteloos geweest. Wat hem op dat moment scheelde, is niet meer te achterhalen. Gelukkig was hij na een paar dagen opgeknapt en trok hij weer vrolijk de hydro-korrels uit de plantenbakken. De eigenaars waren hierdoor echter niet meer zo zeker of de kat het wel fijn had op hun appartement. Hun twijfel betrof vooral het feit dat hij eerder wel naar buiten had gekund, ze hadden hem immers op straat gevonden en nu kon hij alleen maar op een afgezet balkon. Had hij wel genoeg te doen binnenshuis?

Het feit dat deze kat buiten gevonden is, betekent niet dat hij langdurig of altijd buiten geleefd heeft. Het kan zijn dat hij eerder ook een binnenkat was, die per ongeluk buiten was gekomen en de weg niet meer kon vinden. Of om een andere reden buiten is gekomen. We weten het niet. Hij had geen chip en er meldde zich geen eigenaar. Maar het feit dat de kat zich binnen meteen op zijn gemak voelde, lekker op de bank ging liggen, zonder angst door het huis liep, zich liet aaien, geeft aan dat hij in elk geval mensen gewend is. Hij zat zeker ook niet de hele tijd bij de deur om te proberen naar buiten te gaan. Evenmin zat hij voortdurend voor de ramen te mauwen.

Hij lijkt dus binnen te kunnen leven. De vraag is dan wat zijn de voorwaarden om een kat binnenshuis te kunnen laten leven? Het antwoord daarop is dat een kat binnen voldoende mogelijkheden moet hebben tot natuurlijk kattengedrag.

Mogelijkheden tot natuurlijk kattengedrag

Tot natuurlijk kattengedrag horen onder andere jagen, klimmen, rennen en krabben. Aan deze behoeften kan worden voldaan door een inspirerende omgeving aan te bieden, waarin de kat uitgedaagd wordt tot bijvoorbeeld jachtgedrag.
Natuurlijk hoeft u hiervoor geen muizen of vogels los te laten in huis. Behalve het feit dat er altijd insecten zijn waar op gejaagd kan worden, kunt u het jachtgedrag van uw kat ook aanspreken door voedselverrijking. U gooit of verstopt dan voer voor hem, zodat hij net als in de natuur moet werken voor zijn voer. Dat is echt veel spannender dan een saai opgediend bakje of een lopend buffet.

Ook door spel kunt u uw kat laten jagen. Dan hebt u gelijk samen wat te doen.



Voor krab- en klimmogelijkheden zijn er behalve de krab- en klimpalen die volop in de handel verkrijgbaar zijn, ook andere oplossingen te verzinnen. Denk maar eens aan plankjes aan de muur of de bovenkanten van kasten die u toegankelijk maakt. Kijk gewoon eens driedimensionaal, met kattenogen, naar uw woonkamer.

Ramen om naar buiten te kijken en voldoende ruimte om te bewegen, behoren eveneens tot de basisbehoeften van de kat.

Met wat simpele aanpassingen in huis, kan een huis echt een katwaardig huis worden voor een binnenshuis levende kat of voor een kat met beperkte mogelijkheden om naar buiten te gaan.



Bovenstaande foto is gemaakt in een groep in vrijheid levende katten en beschikbaar gesteld door hun verzorger.

Is elke kat geschikt om binnenshuis te leven?

Cruciaal is dat goed gekeken wordt of een kat geschikt is om binnen deze mogelijkheden te leven. Er zijn immers ook katten die hun hele leven in vrijheid hebben geleefd en hoewel sommige daarvan aangehaald kunnen worden door hun verzorgers, zal bij deze katten de behoefte blijven om naar buiten te gaan. Zij zoeken echt een huis waar zij af en toe naar binnen kunnen en verder lekker in vrijheid kunnen leven en bijvoorbeeld muizen kunnen vangen. Een boerderij, manege of camping is voor hen een geschikte plek.